Technieken om beter te spreken

manager | 26 mei 2016 9:26

Herken jij je in de volgende situaties?

  • Als je feedback geeft, wordt de ander toch vaak boos of verdrietig.
  • Je raakt wel eens de draad kwijt in gesprekken.
  • Anderen lopen gemakkelijk over je heen.
  • Jij loopt gemakkelijk over anderen heen.
  • Miscommunicatie komt regelmatig voor.

 

Als één of meer punten je maar al te bekend voor komen, dan kan je wel een training Gespreksvaardigheid gebruiken!

 

cartoon-communicatie

 

Wat is gespreksvaardigheid?

 

Gespreksvaardigheid houdt in dat je duidelijk en doelgericht kunt communiceren, op een gelijkwaardige en respectvolle manier. Vijf belangrijke gesprekvaardigheden zijn structureren, luisteren, samenvatten, vragen stellen en reflecteren. Er zijn een aantal gesprekstechnieken, die helpen om deze vaardigheden in de praktijk te brengen. Twee basistechnieken die je vandaag nog kunt toepassen zijn de VVV-formule en de LSD-techniek.

 

VVV-formule

 

De VVV-formule is een handige techniek die je helpt presentaties en gesprekken beter te structureren.
VVV   =          Vertel wat je vertellen gaat.

                        Vertel het.

                        Vertel wat je verteld hebt.

 

De VVV-formule is eigenlijk een variant op de bekende driedeling inleiding, kern en slot.

In de inleiding vertel je wat je vertellen gaat: je benoemt de aanleiding voor en het doel van het gesprek. Eventueel kun je ook afspraken maken over het gespreksverloop: “Als jij eerst vertelt wat je probleem precies is, dan kunnen we daarna samen mogelijke oplossingen bespreken”.

In de kern vindt het daadwerkelijke gesprek plaats: jij vertelt iets en je gesprekspartners vertellen iets. Als het gesprek afdwaalt, verwijs je terug naar het doel dat je in de inleiding hebt genoemd.

Aan het eind komt het slot: vertel wat je (jullie) net verteld hebben. Geef een korte conclusie en vat samen welke afspraken er zijn gemaakt.

De VVV-formule helpt je om gesprekken bij de kern te houden.

 

LSD-techniek

 

Met de LSD-techniek word je een betere ontvanger van informatie. De afkorting staat voor luisteren, samenvatten en doorvragen. Door deze techniek kom je beter tot de kern, laat je merken dat je echt luistert en voorkom je misverstanden.

 

Zo pas je het toe:

 

Luisteren:

Luister actief naar degene met wie je in gesprek bent. Actief luisteren doe je bijvoorbeeld door oogcontact te maken en te hummen en knikken als blijk dat je luistert.

 

Samenvatten:

Vat in je eigen woorden samen wat de ander net gezegd heeft. Let op! Samenvatten is niet hetzelfde als herhalen, dus houd het kort. Check ook even bij de ander of het klopt: ‘Begrijp ik het goed dat…” of ‘klopt dat?’. Heb je niet helemaal correct samengevat? Geen probleem! De ander stuurt je vanzelf bij.

 

Doorvragen:

Vanuit de samenvatting kom je vanzelf op punten waarover je meer wilt weten:

  • gaten in het verhaal;
  • tegenstrijdigheden;

Hier vraag je op door. Net zolang tot alles helemaal helder is.

 

 

Bonus: de juiste vraag

 

Of je de juiste informatie krijgt, hangt af van de vraag die je stelt. Welke vraag de juiste is, hangt weer af van de situatie.

Gesloten vragen hebben maar een beperkt aantal antwoordmogelijkheden. Men kan met ‘ja’  of ‘nee’ antwoorden, of kiezen uit een aantal mogelijkheden: ‘Wil je koffie of thee?’ Handig als je iemand een duidelijke keuze wilt laten maken.

Met suggestieve vragen stuur je het antwoord van de ondervraagde. ‘Kom op, jij vindt dit wetsvoorstel toch ook onzin?’  Dit is bijvoorbeeld een interessante techniek voor vragenstellers die spannende televisie willen maken.

Met open vragen geef je de ander de meeste ruimte om vrij antwoord te geven.  ‘Wat denk jij dat we met de resultaten van dit onderzoek moeten doen?’ Dit soort vragen zijn handig wanneer je echt wilt weten wat er bij iemand speelt.

 

Nog niet helemaal duidelijk? De mannen van Zonde van de Zendtijd leggen het nog één keer uit:

YouTube video